maandag 25 juli 2011

Schuldhulpverlening leidt tot besparingen elders

Elke euro die gemeenten besteden aan schuldhulpverlening, leidt tot gemiddeld twee euro aan kostenbesparing op andere plekken. Dat blijkt uit onderzoek van de Hogeschool Utrecht en onderzoeksbureau Regioplan. Door te bezuigingen op de uitvoering van de schuldhulpverlening schieten gemeenten zich vooral zelf in de voet, aldus Nadja Jungmann, lector Rechten aan de Hogeschool Utrecht.


Gemeenten staan op dit moment voor een flinke bezuinigingsopgave. Zo eindigt de tijdelijke uitkering aan gemeenten voor schuldhulpverlening en voert het rijk tevens een korting door van € 20 miljoen op schuldhulpverlening via het gemeentefonds. Toch is bezuinigen op de uitvoering van de hulpverlening niet het slimste antwoord hierop.


Uit het onderzoek van de Hogeschool Utrecht en Regioplan blijkt namelijk dat de gemiddelde uitkeringsduur substantieel korter is als een uitkeringsgerechtigde met schulden gebruik maakt van schuldhulp. Door de inzet van schuldhulpverlening wordt per 100.000 inwoners circa € 1,4 miljoen bespaard op WWB-uitkeringen en re-integratietrajecten. Een andere grote besparing is het voorkomen van huisuitzettingen van de schuldenaren, ongeveer € 1,1 miljoen. Het gaat ondermeer om kosten die woningcorporaties maken bij huisuitzettingen en kosten voor het organiseren van maatschappelijke opvang. Verder vinden er kostenbesparingen plaats bij de verslavingszorg en de ggz.


Het hoge rendement van de schuldhulpverlening is een gevolg van het gegeven dat veel schuldenaren ook kampen met niet-financiƫle problemen. De hoge schulden gaan vaak samen met psycho-sociale problematiek, verslaving, een tekort aan weerbaarheid of werkloosheid. Het aanpakken van de schulden leidt er toe dat schuldenaren ook op andere terreinen weer sneller de draad kunnen oppakken.