donderdag 28 april 2011

Fors meer huishoudens hebben schulden

DEN HAAG - Het aantal huishoudens met schulden is vorig jaar fors gestegen. In 2010 meldden zich 80.000 huishoudens bij de schuldhulpverlening, ruim 25.000 meer dan een jaar eerder.

De hoeveelheid kredieten die de gemeentelijke kredietbanken verstrekten nam toe van 44 miljoen euro in 2009 naar 47 miljoen euro in 2010.
Dat heeft de Nederlandse Vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren (donderdag gemeld. De cijfers baren NVVK-voorzitter Joke de Kock zorgen. ''De cijfers bevestigen opnieuw dat schulden een breed maatschappelijk probleem zijn. Schulden zijn inmiddels diep in de samenleving geworteld.''

woensdag 27 april 2011

Betaalgedrag Nederlanders verbeterd

Betaalgedrag Nederlanders verbeterdNederlanders betalen hun rekeningen weer vaker op tijd. Ook het gemiddelde bedrag van betalingsachterstanden is gedaald, zo blijkt uit onderzoek van creditmanagementbureau GGN.

Economische crisis

Na een jaar waarin, door de economische crisis, het betaalgedrag verslechterde en meer mensen met incassobureaus en deurwaarders te maken kregen, is de financiële situatie van de Nederlandse consument nu stabieler. In totaal 6% van de mensen kreeg de afgelopen twaalf maanden te maken met een incassobureau. Een jaar eerder was dat nog 10%. Het aantal mensen dat bezoek kreeg van een deurwaarder daalde van 4 naar 2%.

Nooit rood staan

De financiële situatie van de consument is verbeterd. Het aantal mensen dat nooit rood staat is gestegen van 36 naar 40%. Wel heeft nog steeds 10% van de ondervraagden een betalingsachterstand, maar het gemiddelde bedrag is gedaald tot 676 euro. Een jaar geleden was dat nog 817 euro.

Nonchalance neemt toe

Verder blijkt dat het te laat betalen van rekeningen dit jaar vaker komt door vergeetachtigheid dan door gebrek aan geld. Mensen zijn dit jaar vooral slordiger geworden met het betalen van de huur of de hypotheek. Vergat vorig jaar 4 tot 5% dat wel eens, nu is het 16%. Ook hebben Nederlanders nu minder zicht op de eigen uitgaven dan in 2010.

Grote steden betalen slechtst

Uit het onderzoek van GGN blijkt dat in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag het betaalgedrag slechter is dan gemiddeld. Bijna een op de vijf (19%) inwoners heeft betaalproblemen. Landelijk is dat 12%. In het zuiden en westen van het land wonen de beste betalers.

vrijdag 22 april 2011

Vanaf heden zijn de veel gestelde vragen over de aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO), de kinderbijslag (AKW), de Algemene nabestaandenwet (Anw), de AOW en de Regeling tegemoetkoming ouders van thuiswonende gehandicapte kinderen (TOG) te raadplegen in het IP Sociale Zekerheid. De uitkeringen op grond van deze sociale zekerheidswetten worden allemaal uitgevoerd door de Sociale Verzekeringsbank (SVB).
Met deze eerste serie vragen en antwoorden is er invulling gegeven aan een van de vaste onderdelen bij de verschillende wetten die in het IPSZ zijn opgenomen. Elke sociale zekerheidswet heeft in het IPSZ zijn eigen startpagina. Op deze pagina zijn onder het kopje Algemeen verwijzingen opgenomen naar:
  • de hoofdlijnen van die wet;
  • de veel gestelde vragen over die wet;
  • de gevolgen van life events voor die wet;
  • belangrijke ontwikkelingen binnen die wet;
  • nieuwsberichten met betrekking tot die wet.
Voor de SVB-wetten zijn ook al een aantal van de gevolgen van life events ingevuld.

Opmerkingen

Gebruikers van het IPSZ kunnen commentaar (opmerkingen en suggesties) geven bij elke pagina van het IPSZ. Dus ook bij de veel gestelde vragen. "Mist u nog een vraag -en dus een antwoord-, laat het gerust weten. Het knopje commentaar zit er niet voor niets", stelt Dennis Schulinck. Degene die een grotere bijdrage wil leveren aan het IPSZ kan redacteur worden

woensdag 20 april 2011

Alleenstaande ouder dreigt flinke strop


Het kabinet wil in 2012 bezuinigen op de alleenstaande ouderkorting en de aanvullende alleenstaande ouderkorting.

Uit een enquête van het platform ouderalleen.nl onder ruim duizend alleenstaande ouders blijkt dat deze groep dan gemiddeld 167 euro per maand erop achteruit gaat. De geënquêteerde groep heeft de gevolgen van de voorgenomen bezuiniging doorgerekend aan de hand van haar aangifte inkomstenbelasting 2010.

Het kabinet kondigde de maatregel al aan in het regeerakkoord. Het is behalve een bezuiniging ook een prikkel om de arbeidsdeelname te verhogen. De alleenstaande ouderkorting is voor werkenden en niet-werkenden, de aanvullende korting alleen voor mensen die betaalde arbeid verrichten.

Het gemiddelde bruto inkomen van de door ouderalleen.nl ondervraagde ouders bedroeg vorig jaar 30.142 euro, iets onder modaal. Ze werkten gemiddeld 26,7 uur per week. Al naar gelang hun inkomen bedraagt het maandelijkse inkomensverlies tussen 78 en 205 euro, stelt Bart Keuskamp, eigenaar van de website ouderalleen.nl. Er zijn 400.000 alleenstaande ouders, maar hoeveel er getroffen worden door de bezuinigingsmaatregel is onbekend.

Keuskamp waarschuwt dat vrouwen met kleine baantjes wellicht gaan kiezen voor de bijstand omdat meer uren werken financieel nauwelijks iets oplevert en de combinatie met de zorg voor hun kinderen bemoeilijkt. In reacties tonen ouders die door de maatregel dreigen te worden getroffen zich zeer verontwaardigd. De belastingkorting stelt hen in staat financieel net rond te komen, zeggen ze.

Volgens Tineke van der Kraan, voorzitter van FNV Vrouwenbond, wordt hier een groep gepakt met doorgaans een zwakke arbeidsmarkt- en inkomenspositie. Van der Kraan: "Het idee van deze belastingkorting is dat die mensen in staat stelt wat minder uren te werken en toch uit de bijstand te blijven. Nu moeten ze harder werken, terwijl we weten hoe belangrijk het is dat ze ook aandacht voor hun kinderen hebben."

Piet Hazebosch, bestuursadviseur van CNV Vakcentrale, stelt vast dat 'de onderkant van de samenleving betaalt voor de bankencrisis'.
DEN HAAG - Alleenstaande ouders met kinderen vanaf 12 jaar dreigen volgend jaar 7 tot 10 procent van hun netto inkomen kwijt te raken door het versoberen van twee belastingkortingen.

donderdag 14 april 2011

Nederlands spreken wordt eis bij bijstand

DEN HAAG - Het spreken van de Nederlandse taal wordt een voorwaarde voor het krijgen van een bijstandsuitkering. Wie geen Nederlands spreekt, moet zo snel mogelijk een cursus volgen en goed afronden. Als niet aan deze eis wordt voldaan, wordt de uitkering verlaagd of stopgezet.

Dat staat in een pakket maatregelen om de arbeidsmigratie uit andere lidstaten van de Europese Unie ''in goede banen te leiden'', dat minister Henk Kamp (Sociale Zaken) donderdag met gemeenten heeft gepresenteerd.

De taaleis in de bijstand gaat echter gelden voor ''eenieder'', net als de huidige voorwaarde dat de werklozen verplicht zijn om werk te zoeken.

Wens


Dat Nederlands een voorwaarde wordt in de bijstand, is een lang gekoesterde wens van regeringspartij VVD, de partij van Kamp. Zo kondigden de liberalen vorig jaar nog een initiatiefwetsvoorstel aan.
Kamp is de afgelopen maanden druk in overleg geweest met gemeenten die veel met arbeidsmigranten te maken hebben, om problemen met de buitenlandse werkzoekenden tegen te gaan. De nieuwe plannen presenteerde hij donderdag dan ook met Den Haag, Rotterdam en de gemeente Westland.
Volgens Kamp zijn arbeidsmigranten welkom als ze werken en zelf in hun bestaan kunnen voorzien. Maar de komst van onder meer Polen, Roemenen en Bulgaren zorgt ook voor problemen, zoals illegale arbeid, uitbuiting, overbewoning en een groter beroep op sociale voorzieningen.

Controle


De minister kondigde daarom al eerder aan dat arbeidsmigranten sneller moeten worden ingeschreven in de Gemeentelijke Basis Administratie, zodat beter kan worden gecontroleerd op de huisvesting die hun baas moet regelen.
Hij zei ook dat werkloze Polen die een bijstandsuitkering aanvragen of voor overlast zorgen, terug moeten naar hun land van herkomst. Als na drie maanden duidelijk is dat iemand geen zicht op werk heeft, wordt het verblijfsrecht beëindigd.
Eurocommissaris Viviane Reding (Justitie) waarschuwde toen dat Nederland wel de EU-richtlijn over het vrije verkeer van personen moet respecteren. Kamp wil juist dat de richtlijn wordt aangepast. In plaats van dat EU-burgers na één jaar werk in andere lidstaat een uitkering in dat land kunnen krijgen, moet dat ten minste vijf jaar worden.
Circa tweeduizend Oost-Europeanen hebben nu hier een uitkering. Daarvan zitten ongeveer vijfhonderd in de bijstand.

zondag 10 april 2011

Kabinet scherpt bijstand aan

De verplichtingen voor bijstandsgerechtigden om werk te zoeken worden aangescherpt. Ook wil het kabinet voorkomen dat de bijstand hoger wordt dan het minimumloon.


De ministerraad heeft op voorstel van staatsecretaris De Krom (SZW) ingestemd met aanscherping van de Wet werk en bijstand. De economische crisis en de oplopende begrotingstekorten dwingen het kabinet tot een hervorming van de bijstand. Uitgangspunt is dat wie kan werken ook moet werken en dat werk moet lonen. De bijstand moet het laatste vangnet zijn.

De belangrijkste maatregelen zijn:

Minimumloon hoger dan bijstand

Het kabinet schaft de dubbele heffingskorting voor bijstandsgerechtigden af. Dit moet voorkomen dat de netto bijstand voor een stel dat niet werkt straks hoger is dan de netto inkomsten van een werkende kostwinner die het minimumloon verdient.

Jongeren verplicht tot zoeken van baan

Jongeren tot 27 jaar moeten eerst 4 weken zelf actief op zoek gaan naar werk en een opleiding voordat zij een uitkering of ondersteuning kunnen aanvragen.

Tegenprestatie voor een uitkering

Gemeenten krijgen ruimere mogelijkheden om een tegenprestatie te vragen van mensen die een uitkering ontvangen.

Scherpere inkomensnorm voor gezinsbijstand

Ouders en inwonende kinderen moeten straks gezamenlijk één uitkering aanvragen. Er wordt niet meer alleen gekeken naar de inkomsten van de ouders onderling, maar ook naar die van inwonende kinderen (het huishoudinkomen).

Alleenstaande ouders sneller aan het werk

De ontheffing van de sollicitatieplicht voor alleenstaande bijstandouders met kinderen onder de 5 jaar, wordt afgeschaft. Om werken te stimuleren, mogen alleenstaande ouders meer bijverdienen zonder dat de uitkering wordt gekort.

Normering gemeentelijk inkomensbeleid

Het kabinet stelt één centrale inkomensgrens. Alleen op basis van individuele omstandigheden mogen gemeenten maatwerk leveren en extra inkomensondersteuning te geven.

Minder lang in het buitenland met behoud bijstand

Mensen met een bijstandsuitkering die tijdelijk geen werk hoeven te zoeken, mogen voortaan maximaal 4 weken per jaar naar het buitenland. Nu is dat 13 weken. Voor 65-plussers wordt de termijn teruggebracht van 26 weken naar maximaal 8 weken per jaar.
De maatregelen zijn uitgewerkt in twee wetsvoorstellen. De voorstellen gaan voor advies naar de Raad van State.
Bron: Rijksoverheid.

Strengere eisen bewindsvoerders, curatoren en mentoren

Beschermingsbewindvoerders, curatoren en mentoren moeten straks aan wettelijke kwaliteitseisen voldoen om voor benoeming in aanmerking te komen.


Dit staat in een wetsvoorstel van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) waarmee de ministerraad heeft ingestemd. Aanleiding voor de regeling zijn misstanden bij beschermingsbewindvoerders. De kwaliteitseisen moeten dit zoveel mogelijk voorkomen.

Maatregelen

Het kabinet neemt onder meer de volgende maatregelen:
  • Er wordt scherper gelet op de bedrijfseconomische gang van zaken bij bewindvoerders, mentoren en curatoren.
  • Een externe accountant moet ieder jaar verklaren dat aan de kwaliteitseisen wordt voldaan. 
  • De kantonrechter gaat bij de benoeming van alle vertegenwoordigers een oordeel vormen over hun geschiktheid. 
  • Personen uit de nabije omgeving worden meer in staat gesteld actief betrokken te zijn. Zij kunnen een verzoek doen tot instelling of opheffing van curatele, bewind en mentorschap. Ook kunnen ze vragen om ontslag van de curator, bewindvoerder of mentor  
  • Er komt een regeling voor de beloning van curatoren, bewindvoerders en mentoren.
Het wetsvoorstel gaat voor advies naar de Raad van State

Terugvordering huurtoeslag na overlijden

Fiscus benadeelt rouwenden
Wie huurtoeslag ontvang loopt na het overlijden van de partner het risico dat er veel geld wordt nagevorderd. Wat de SP betreft moet dat zo snel mogelijk veranderen.
Na het overlijden van de partner hebben de achterblijvende weduwen en weduwnaars veel aan hun hoofd. Het laatste waar ze op zitten te wachten, is gedoe met de fiscus. Toch blijkt dat de Belastingdienst na het jaar van overlijden opeens een groot bedrag aan huurtoeslag terugvordert.

Hoe zit dat? Het heeft allemaal te maken met de Algemene Wet Inkomensafhankelijke Regelingen (AWIR). Daarin staat, dat bij overlijden het inkomen herleid moet worden naar een jaarinkomen. Dus stel, een man komt op 1 mei te overlijden. Hij heeft in die eerste vier maanden van het jaar € 6.000 verdiend, dus € 1.500 per maand. Dan wordt er gedaan alsof hij in dat jaar in totaal 12 x € 1.500 = € 18.000 verdiend heeft.

Voor het berekenen van de huurtoeslag is het gezamenlijk inkomen van belang. Het inkomen van de weduwe stijgt na het overlijden: ze krijgt een nabestaandenpensioen en misschien een ANW-uitkering of meer AOW. Dit wordt allemaal opgeteld bij het omgerekende jaarbedrag van de overleden man. Het zogenaamde totaalinkomen wordt dan veel hoger dan het bedrag dat gedurende het jaar daadwerkelijk uitbetaald wordt.

Dat hogere inkomen wordt gebruikt om na te gaan of de uitbetaalde huurtoeslag klopte. Bij een hoger inkomen hoort een lagere – of misschien zelfs geen – huurtoeslag. Gevolg: de weduwe moet een groot bedrag terugbetalen aan de Belastingdienst. Volkomen onterecht, want zoveel geld heeft ze niet te besteden!

Nu is er een regeling waardoor deze onrechtvaardigheid vermeden kan worden: de 10-procent regeling. Als het inkomen van de achterblijvende partner meer dan 10% stijgt door het wegvallen van de partner, kan de fiscus het gestegen inkomen buiten beschouwing laten. De weduwe moet alleen zelf om het toepassen van die regeling vragen, en weet zij veel?!