De Voedselbank heeft sinds de oprichting tien jaar geleden een explosieve groei
doorgemaakt. Daardoor moet zij noodgedwongen steeds vaker 'nee' verkopen aan
mensen die hulp nodig hebben.

De voedselbank ontvangt elke maand duizenden nieuwe inschrijvingen van mensen
in nood.
De 137 plaatselijke filialen moeten vanwege de krimpende aanvoer echter
steeds vaker ‘nee’ verkopen aan 35.000 huishoudens die ervan afhankelijk
zijn.
Tegelijkertijd blijft de voedselaanvoer vanuit de EU, waar Nederland wel
financieel aan bijdraagt maar als ‘rijk’ land niet van afneemt, vooralsnog uit
door onwil van de politiek.
Die balans maakt initiatiefneemster Clara Sies op, tien jaar nadat zij met
haar man Sjaak de eerste Voedselbank in Nederland stichtte. Anno 2012 blijkt een
triest jubileum te worden gevierd.
''We zijn met 10 tot 15 procent nieuwe inschrijvingen per maand helaas de
snelst groeiende bank van Nederland", constateert Sies bij de tiende verjaardag.
''Het is een jubileum met een rouwrandje."
Eerste voedselbank
Het echtpaar Sies begon in 2002 in Rotterdam de eerste Voedselbank, nadat zij
zich met vier opgroeiende kinderen eerst zelf uit financiële zorgen hadden
gewerkt. De wekelijkse voedselhulp bleek in een grote vraag te voorzien.
De verstrekking van de eerste levensbehoeften, verkregen door overschotten
van fabrikanten, breidde zich als een olievlek uit.
Nu stellen 6500 vrijwilligers wekelijks voedselpakketten samen die zo’n
75.000 monden voeden. Lokale supermarkten dragen bij door hun waren te schenken
die (bijna) over de houdbaarheidsdatum zijn.
Aanvoer
De groei van het aantal afnemers houdt geen gelijke tred met de aanvoer van
de voedingsmiddelen. Volgens Clara Sies worden de pakketten steeds kleiner,
omdat fabrikanten efficiënter gaan produceren.
De overschotten aan bijvoorbeeld pasta en rijst worden daardoor kleiner.
Gevolg is dat minder mensen geholpen kunnen worden en de wachtlijsten
aanzwellen. ''We merken de gevolgen van de crisis dus op alle fronten", zegt
Sies. ''We moeten met onze aanvoer over steeds meer monden verdelen."
René Froger
Ambassadeur René Froger heeft in een brief aan de Tweede Kamer gevraagd actie
te ondernemen. Hij heeft zich vanwege zijn betrokkenheid bij het programma
‘
Effe geen cent te makken’ dit najaar opgeworpen als pleitbezorger.
De zanger roept de volksvertegenwoordigers op gebruik te maken van de
beschikbare Europese voedselvoorraden. De Europese Unie heeft 500 miljoen euro
beschikbaar gesteld voor voedselhulp aan de allerarmsten, maar Nederland weigert
daar vooralsnog aanspraak op te maken.
Open brief
''Het voedsel dat Nederland niet afneemt, ter waarde van 15 miljoen euro,
betalen we wél maar gaat naar landen als België, Luxemburg en Frankrijk",
schrijft Froger in zijn open brief.
Volgens de zanger maken in totaal 20 miljoen Europese burgers uit 21
EU-landen gebruik van deze voedselhulp. Zes landen vinden dat niet nodig,
waaronder Nederland.
Door: Gerard den Elt/ANP+